logo2x3
  • Kerncijfers
  • Beleid en Organisatie
  • Onderwijs
  • EBC
  • Personeel
  • ICT
  • Huisvesting
  • Financiële Informatie

Doorzoek onze site op trefwoorden

Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in comments
Search in excerpt
Search in posts
Search in pages
Search in groups
Search in users
Search in forums
Filter by Custom Post Type
Team
Filter by Categories

Expertise Begeleiding Centrum (EBC)

Op deze pagina
Op deze pagina
  • Realisatie EBC
  • Begeleiding van leerlingen met bijzondere ondersteuning
  • Stimuleren ontwikkeling docenten
  • Beleidsvorming over passend onderwijs
  • Extra ondersteuning door inzet van NPO

Het Expertise en Begeleidingscentrum (EBC) biedt ondersteuning op de volgende drie taakgebieden:

  1. het begeleiden van leerlingen met bijzondere ondersteuning;
  2. het stimuleren van de ontwikkeling van de docent in de leerroute op het gebied van onderwijsontwikkeling en begeleiding;
  3. het bijdragen aan beleidsvorming over passend onderwijs.

Het EBC kan vanuit deze drie taakgebieden bijdragen aan de visie dat al het onderwijs voor de leerling passend is. Deze visie is geënt op de Wet passend onderwijs (2014).

Realisatie EBC

In 2021 heeft EBC uitvoering gegeven aan haar drie taakgebieden op de vijf domeinen, namelijk (1) Welkom, (2) Leren, (3) Welzijn, (4) Kiezen en (5) Kwaliteit. Hieronder wordt schematisch weergegeven welke rol het EBC heeft in relatie tot het onderwijs (= de leerroutes) en de educatieve partners.

Het EBC voorziet het onderwijs van kennis en expertise ten behoeve van een passend onderwijsproces van de leerling. De begeleiding sluit aan bij het onderwijs- en ontwikkelproces van de leerling.

In het afgelopen jaar heeft het EBC gewerkt aan:

  • het innemen van de verbindende rol tussen de leerroutes, directie en educatieve partners. Deze verbinding is gericht op de leerling en op de wederzijdse afhankelijkheid om samen te bouwen aan een optimaal onderwijsklimaat;
  • het door ontwikkelen van de kwaliteitsbenadering om de andere vier domeinen cyclisch met elkaar te verbinden. Dit moet bijdragen aan een lerende omgeving van zowel de leerling als de docent.
  • het flexibel en tijdig in kunnen spelen op zowel de individuele begeleiding van de leerling alsook het ondersteunen van de onderwijsteams ten gevolge van de coronapandemie.
  • het door ontwikkelen van inclusiever onderwijs, waarbij de visie is dat onderwijs en begeleiding samen één zijn. Deze visie vraagt om een herijking van alle drie de taakgebieden binnen het EBC. Voor deze herijking zijn tot nu toe richtinggevende kaders: (1) het draagt bij aan (systeem)versterking van de leerling, de onderwijsteams en de leerroutes; (2) de basisondersteuning in de onderwijsteams worden versterkt en (3) het onderwijs- en ontwikkelproces van de leerling voorzien is een doorlopende begeleiding (PO-VO-MBO).

De opgave om EBC te verbinden met zowel de interne als de externe professionals is gericht op het versterken van de onderwijsteams. Met als doel om de leerlingen zoveel mogelijk in de reguliere leerroutes (PRO, B/K en GT) het onderwijs te geven. Hiervoor is in het afgelopen jaar gewerkt aan verdere professionaliseren van het EBC in expertise en adviseurschap. De samenwerking met onderwijsteams is essentieel om gezamenlijk de toenemende vraag voor passend onderwijs, als het gaat om jeugdhulp, inclusief onderwijs en de financiering van passend onderwijs.
Deze ontwikkelingen vertaald in ambities voor het EBC en vastgesteld in het EBC-plan 2020-2025.

Hieronder wordt per taakgebied de realisatie over 2021 beschreven, met als aanvulling welke extra ondersteuning mogelijk is geweest door inzet van subsidiemiddelen, zoals de capaciteitentest, inhaalprogramma en NPO.

Op deze pagina

  • Realisatie EBC
  • Begeleiding van leerlingen met bijzondere ondersteuning
  • Stimuleren ontwikkeling docenten
  • Beleidsvorming over passend onderwijs
  • Extra ondersteuning door inzet van NPO

Begeleiding van leerlingen met bijzondere ondersteuning

Als een leerling extra ondersteuning nodig heeft in zijn of haar leerproces staat het ontwikkel- perspectief van de leerling hierbij centraal. De ondersteuning die De Meerwaarde kan geven staat beschreven in het School Ondersteuningsplan (het SOP).

Instroom
In het SOP worden afspraken gemaakt met het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO Barneveld – Veenendaal (SWV). Vanuit de beschikkingen (o.a. LWOO) ontvangt De Meerwaarde ondersteuningsmiddelen alsook personele ondersteuning, zoals een orthopedagoge, een schoolmaatschappelijk werker, ambulante begeleiders voor cluster 3 en 4 en extra ondersteuning voor cluster 2 leerlingen. Dit zijn leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben met een auditieve beperking of taalontwikkelingsstoornis. In het begeleidingsproces wordt samengewerkt met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in de gemeente Barneveld.

Een belangrijke indicatie van hoeveel leerlingen extra ondersteuning behoeven zijn het aantal leerlingen met een LWOO-indicatie en/PRO-indicatie. De instroom van leerlingen met een beschikking voor passend onderwijs zijn:

  • LWOO: 857 (waarvan 2 ‘buiten school’)
  • PRO: 152

Samen met het Praktijkonderwijs van De Meerwaarde is gewerkt aan een verbeterde instroom vanuit speciaal onderwijs. De reden hiervoor was dat de toelatingscriteria voor scholen, ouders/ verzorgers onduidelijk waren. Vanuit toelating zijn meerdere gesprekken met basisscholen gevoerd en is het profiel van instroommogelijkheden verduidelijkt.

In vergelijking met voorgaande jaren zijn in 2021 minder leerling ingestroomd. In 2020 stroomden 421 leerlingen in (< 7%). Ook was het aandeel aantal toeleverende scholen minder. In 2020 lieten 81 scholen leerlingen instromen bij De Meerwaarde en in 2021 bedroeg dit 71 scholen. In vergelijking met het marktaandeel zijn in 2021 meer leerlingen van de basisscholen uitgestroomd naar Havo- VWO, dit kan een gevolg zijn dat ‘kansrijk adviseren’ vorig jaar een extra stimulans heeft gekregen vanuit de overheid.

Basisondersteuning in de onderwijsteam
De school is wettelijk verplicht basisondersteuning te bieden. Deze wordt ingevuld in samenhang met andere scholen in het Samenwerkingsverband. De financiering van de basisondersteuning vindt plaats vanuit de Lumpsum bekostiging VO.

In het afgelopen jaar is vanuit Goede Start gestart met de evaluatie van de basisondersteuning in de onderwijsteams. De opbrengst van deze evaluatie leidt tot een gezamenlijk beeld, om samen met de onderwijsteams stappen te zetten in hoe de ondersteuning dichtbij het onderwijsproces van de leerling te versterken. De rol van de mentor, die de eerste zorg draagt voor zijn/haar leerling is in deze evaluatie belangrijk. De mentor wordt ondersteund door een leerlingbegeleider, een faalangsttrainer, een anti-pestcoach, een SOVA-trainer en een taal- en rekencoach om leerlingen ondersteuning te bieden.

De onderwijsteams hebben in 2021 (extra) ondersteuning gegeven op het gebied van: rekenen, lezen, Engels, leren leren en trainingen gericht op welbevinden en preventie, zoals pesten. Er is extra aandacht geweest voor examentrainingen. Door inzet van meer tijd voor mentoren en extra onderwijsassistenten zijn leerlingen geholpen met het wegwerken van leervertragingen en was er (meer) aandacht voor het welzijn van de individuele leerling en de klas.

Deze ondersteuning vond plaats in het onderwijsproces van de leerling. Vakdocenten, eventueel ondersteund met onderwijsassistenten, mentoren en leerlingbegeleiders hebben hierin een belangrijke spilfunctie vervuld. Het EBC had hierin de rol als sparringpartner, adviseur en indien wenselijk gesprekspartner voor en met externe partners.

Begeleiding met inzet van het Expertise en Begeleidingscentrum (EBC)
Het EBC heeft in het afgelopen jaar extra ondersteuning gegeven aan leerlingen, waarbij de basisondersteuning ontoereikend was. Deze ondersteuning bestond uit:

  1. Deskundigheidsbevordering. Deskundigen die de basisondersteuning geven met diverse trainingen, zoals taal- en rekencoach of mentorbegeleiding hebben periodiek een training/ bijeenkomst gehad om expertise en ervaringen met elkaar te delen dan wel nieuwe informatie te krijgen.
  2. Inzetten op preventie en welbevinden. De onderwijsteams zijn ondersteund met een preventiemedewerker sociale veiligheid. In 2021 is welbevinden toegevoegd als onderdeel van preventie. Door corona is extra begeleiding nodig als het gaat om motivatie, structuur en welzijn voor de leerlingen. Door corona konden niet alle preventieprojecten op het gebied van alcohol, drugs, sexting, verkeerveiligheid en pesten doorgegaan. Per team is gekeken wat er nodig.Een mooie en aansprekende voorstelling over pesten kon voor alle eerste klassen wel doorgang vinden. Leerlingen en hun docenten hebben handvatten gekregen om in te grijpen als er gepest wordt. Naast deze voorstelling heeft elk team haar eigen antipestcoach en is er in de mentorlessen aandacht voor dit onderwerp.
  3. Overlegstructuur. Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben worden besproken via twee overleggen: (1) Het Interne Zorg Overleg (IZO) en (2) het Zorg Advies Team (ZAT)Het IZO
    In het IZO bespreekt de ondersteuningscoördinator met het onderwijsteam leerlingen die aandacht vragen dan wel nodig hebben. In dit overleg krijgen de teams adviezen of wordt via het EBC extra ondersteuning ingezet, bijvoorbeeld het inzetten van een intern arrangementen (zie punt iv.)Het ZAT
    Een leerling kan ook worden ingebracht bij een breed zorgoverleg, het ZAT. In een ZAT-overleg kunnen handelingsadviezen ertoe leiden dat een leerling met extra onderwijsbehoefte buiten school ondersteuning krijgt. Bij dit overleg zijn naast de ondersteuningscoördinatoren, ambulante begeleiding en schoolmaatschappelijk werk ook de jeugdarts en leerplichtambtenaar aanwezig. Deze laatste functionaris voert ook de preventieve verzuimgesprekken op school met leerlingen en ouders.
  4. Extra ondersteuning via interne arrangementen. In overleg met het onderwijsteam, de leerling en de ouders/ verzorgers kan een leerling gebruik maken van extra ondersteuning. In totaal zijn 316 nieuwe leerlingen aangemeld bij het EBC voor extra ondersteuning. Dit betekent dat deze leerlingen voor het eerst in beeld zijn gekomen, met een extra ondersteuningsbehoefte. Ten opzichte van 2020 is dit een stijging van 52 leerlingen (244; 2019 – 187).

In het totaal heeft EBC 688 leerlingen in beeld dan wel in begeleiding als het gaat om extra inzet van ondersteuning. Dit betekent overigens niet dat alle leerlingen structureel begeleiding krijgen, ze zijn in beeld en worden desgewenst besproken in de IZO’s.

Hieronder wordt per ondersteuningsbehoefte in beeld gebracht hoeveel leerlingen ondersteuning nodig hebben gehad op: (1) leren; (2) welzijn (3) Tijdelijk Arrangement de Meerwaarde (TAM) en (4) Kiezen. De arrangementen zijn aangeboden voor zowel leerlingen vanuit Praktijkonderwijs (PRO) en het VMBO.

1. Toelichting – Realisatie Leren

Arrangement Aantal leerlingen
Pluspunt 64
NT2 39, waarvan 11 ll. nieuw
TOS 26, waarvan 11 ll. nieuw
Dyscalculie 19, waarvan 6 ll. nieuw
Dyslexie Klas 1 – 110 ll
Klas 2 – 103 ll
Klas 3 – 106 ll
Klas 4 – 107 ll

Toelichting Tabel 1.

  • Pluspunt. Het Pluspunt is met name ingezet voor NT2-leerlingen voor extra rust, plannen en organiseren, vakinhoudelijk en in een aantal gevallen voor een time-out. Ten opzichte van 2020 is er een lichte daling van het gebruik van Pluspunt. Dit kan een gevolg zijn van de meer kritische houding of ondersteuning nog verder mogelijk is binnen het onderwijsteam.
  • NT2. Er is een toename van het aantal NT2-leerlingen, zowel bij PRO als bij het VMBO. Afgelopen jaar is er extra expertise aangewend door een NT2-specialist en NT2-expert, die de leerlingen wekelijks extra ondersteunt met taal.
  • TOS. Leerlingen met een Taal Ontwikkeling Stoornis (TOS) worden ondersteund met taal, zowel in spreken, lezen en begrijpen. Deze ondersteuning is gegeven door twee ambulante begeleiders, die gespecialiseerd zijn in TOS. Naast individuele begeleiding hebben deze begeleiders ook trainingen verzorgd in de onderwijsteams.
  • Dyscalculie. In 2021 zijn 6 nieuwe leerlingen in beeld gekomen met dyscalculie. Dit betekent na screening en onderzoek, in samenwerking met een orthopedagoog krijgen deze leerlingen extra ondersteuning als het gaat om rekenen. Deze ondersteuning vindt plaats door rekencoaches. Naast deze extra ondersteuning is er een extern bureau, die 5 leerlingen extra (m.n. op het gebied van specialisme) heeft begeleid. Voor leerlingen met dyscalculie is er een dyscalculiecoach.
  • Dyslexie. Het aantal leerlingen met een dyslexie is over de jaren heen vrij constant gebleven. Wel is het aantal leerlingen fors, het is ongeveer 25% van het aantal totaal leerlingen die begeleiding voor dyslexie krijgt. Voor leerlingen met dyslexie zijn er twee dyslexiecoaches

Leerlingen met dyscalculie en dyslexie ontvangen een geldige verklaring. Bij instroom of tijdens het onderwijsproces wordt door docenten – hetzij via een screening – gesignaleerd of een leerlingen extra ondersteuning nodig heeft voor leren en leren leren.

2. Toelichting – Realisatie Welzijn

Leerlingen die ondersteuning nodig hebben op het sociaal-emotionele vlak, motivatie of zelfregulatie zijn in het afgelopen jaar ondersteund door leerlingenbegeleiders, ambulante begeleiders (AB van het SWV), Schoolmaatschappelijk werk (Schoolmaatschappelijk werker van het CJG) en een orthopedagoog.

In totaal zijn er 114 aanmeldingen geweest voor deze ondersteuning. In de onderbouw bedroeg dit 79 aanmeldingen en in de bovenbouw 35 aanmeldingen. In het algemeen ontvangen jongens meer begeleiding dan meiden. Opvallend is het aantal aanmeldingen in de bovenbouw, voorgaande jaren bedroeg dit veelal tussen 10-20 aanmeldingen. De hulpvragen betreffen veelal een samenhang tussen verschillende type begeleiding, zoals Ambulante begeleiding, Schoolmaatschappelijk werk en de leerlingbegeleider.

De hulpvragen zijn tweeledig. Enerzijds het ondersteunen van de leerling, zoals het spiegelen van gedrag, sociale interacties, omgaan situatie thuis en het oppakken van routines. Anderzijds het aanbieden van handvatten van docenten. De AB’ ers vervullen een toenemende rol in het ondersteunen van klassenmanagement en leerlingen met soortgelijke hulpvraag groepsgewijs te begeleiden.

Bij een aantal teams schuift de AB’er en SMW bij een IZO aan. Deze werkwijze lijkt positief te zijn in het hebben van korte lijnen en het voorkomen van afstemmingsproblemen. De leerlingenbegeleider wordt via deze werkwijze meer gepositioneerd als spil- / brugfunctie tussen begeleiding in het team, thuis en extra ondersteuning door derden. De ondersteuningscoördinatoren begeleiden het proces. Zij schakelen daar desgewenst partners voor in zoals leerplicht en de schoolarts en/of geven andere ondersteuning zoals het aanbieden van een training.

Tijdens de gedeeltelijke lockdowns is extra opvang geboden voor leerlingen die thuis onvoldoende faciliteiten dan wel een verminderde leeromgeving hadden.

3. Toelichting – Realisatie Tijdelijk Arrangement De Meerwaarde (TAM)

Vanaf 6 april 2020 is gestart met de pilot TAM. De aanleiding hiervoor was om tweeërlei redenen. Ten eerste dreigden meer leerlingen door o.a. corona thuis te komen zitten en als tweede was er onvoldoende plek om leerlingen uit te laten stromen op ander tijdelijk extern arrangementen dan wel onvoldoende plek op het VSO.

In schooljaar 2020/2021 hebben 11 leerlingen gebruik gemaakt van de TAM. Om hun schoolritme op te pakken om zinvol te wachten tot ze elders konden starten of omdat een prikkelarme omgeving nodig was. Vanaf schooljaar 2021/2022 heeft de TAM tot en met december 8 leerlingen ondersteund. De TAM wordt voor de zomer 2022 geëvalueerd of de TAM een blijvende voorziening, naast de reguliere leerroutes is om leerlingen tijdelijk de mogelijkheid te geven om ruimte te geven om te werken aan voorliggende vragen op andere leefgebieden.

De eerste evaluaties van de TAM zijn positief. Het draagt bij om thuiszitters proactief te benaderen en in het kunnen zetten van de eerste stap naar het onderwijs. Leerlingen die tijdelijk even uit het regulier onderwijsproces moeten, vinden hier een plek om vandaaruit weer te groeien en uiteindelijk weer in te stromen in het onderwijsproces. Het kenmerkende van de TAM is de (out-reached) integrale systemische aanpak tussen school, ouders/ verzorgers, en (jeugd)hulpverlening en in het midden de leerling. Deze gezamenlijke aanpak draagt bij aan de gezonde ontwikkeling van leerlingen, waarbij de leerling weer handvatten krijgt over zijn of haar onderwijs- en ontwikkelproces.

Deze pilot wordt ondersteund door het SWV en met externe expertise vanuit Lectoraat Windesheim Jeugd.

4. Toelichting – Realisatie Kiezen

Goed begeleiden betekent dat leerlingen worden voorbereid op hun toekomst. Om leerlingen een goede keuze te laten maken voor hun profiel wordt vanuit de basisondersteuning door o.a. LOB’ers gewerkt aan hun Loopbaanbegeleiding. De LOB’er werkt nauw samen met EBC-kiezen en is in het afgelopen jaar ingezet op:

  • PSO-lessen in alternatieve vorm door uitval van deze lessen. Deze lessen krijgen de leerlingen in leerjaar 2 ter voorbereiding op hun profielkeuze.
  • Het uitvoeren van LOB-opdrachten ging moeilijker vanwege corona. Dit heeft geleid dat het PTA-LOB van klas 3 en 4 moest worden aangepast en dat er vervangende opdrachten kwamen voor het niet kunnen volgen van stage en het niet kunnen bezoeken van de scholenmarkt.
  • Het uitvoeren van het Plusdocument. Dit document is naast het diploma en de cijferlijst een waardevol document, omdat hierin alvast wordt gewerkt aan het ‘CV’ van de leerling. Alle leerlingen van het vierde jaar hebben het Plusdocument afgerond.

Begeleiding in samenwerking externe partners en het Samenwerkingsverband

Als blijkt dat na inzet van externe ondersteuning de leerling alsnog niet tot ontwikkeling komt in zijn of haar leerproces, wordt in overleg met het Samenwerkingsverband besloten om de leerling een arrangement aan te bieden. Denk hierbij aan: de TAD en Overstag, Speciaal Onderwijs of een interne doorverwijzing naar Entree of Praktijkonderwijs. Voor een dergelijke plaatsing wordt meermalen met leerling, ouders/ verzorgers gesproken over de ontwikkeling en het meer gebaat zijn bij onderwijs in een andere leeromgeving. De meeste plaatsingen betreffen veelal leerlingen die gebaat zijn bij een kleinere leersetting en minder wisselende leerkrachten. Het niveau en het gedrag van de leerling is medebepalend waar de leerling wordt geplaatst. Intern kan het betekenen dat een leerling bijvoorbeeld bij praktijkonderwijs van De Meerwaarde wordt geplaatst. Voor deze plaatsingen is een TLV van het SWV nodig.

In totaal is met 23 leerlingen een extern arrangement ingezet, waarvan 15 leerlingen in de onderbouw. De meeste leerlingen hebben een tijdelijke plaatsing gehad bij de TAD. De meeste leerlingen zijn na het traject niet weer ingestroomd in de leerroute van De Meerwaarde. Hun vervolgschool is divers. Kenmerkend voor de uitstroom is dat de meeste leerlingen een onderwijssetting nodig hebben, waarbij meer begeleiding kan worden gegeven als het gaat om gedragskenmerken van de leerling. Veelal betreft dit een school waar leerlingen in een kleinere setting onderwijs krijgen.

In tegenstelling tot voorgaande jaren hebben minder leerlingen gebruik gemaakt van een extern arrangement. Een gevolg hiervan is tweeledig. Enerzijds hadden de externe arrangementen onvoldoende capaciteit om leerlingen te kunnen plaatsen. Dit is één van de redenen geweest om de TAM te starten. Anderzijds konden leerlingen met extra ondersteuning langer in de teams blijven door (extra) inzet van de onderwijsteams (met name mentoren, onderwijsassistenten en leerlingbegeleiders) en de ambulante begeleiding. Deze ontwikkeling sluit aan om de begeleiding te versterken in de onderwijsteams en uitstroom / doorverwijzing van leerlingen te verminderen. Komende jaren wordt gewerkt hoe deze ontwikkeling samen met de onderwijsteams te borgen.

Stimuleren ontwikkeling docenten

De docent is een bepalende factor in het leerproces van de leerling. Om de docent voldoende toe te kunnen rusten zijn de volgende instrumenten ontwikkeld dan wel geïmplementeerd.

  1. Het inzetten van het JIJ-instrument. Het volgen van de ontwikkeling van een leerling is van groot belang. Hiervoor wordt het JIJ-instrument ingezet, voor leerjaar 1,2 en 3. Dit instrument meet de ontwikkeling van leerlingen op het gebied van kernvakken. Voor NT2-leerlingen wordt een apart JIJ afgenomen.
  2. Leermiddelen. De vraag naar leermiddelen die flexibel zijn is groot. Doordat er meer thuisonderwijs gevolgd wordt, wordt er meer nagedacht over vernieuwen van leermiddelen. Het werken in leerroutes heeft ervoor gezorgd dat collega’s zich meer verantwoordelijk voelen voor het vakgebied. De vraag naar nieuwe methodes is toegenomen. In het afgelopen jaar heeft het EBC twee verzoeken gekregen voor een nieuw (digitaal) leermiddel.
  3. Didactiek. Een aantal jaren zijn we aangesloten bij het landelijk leernetwerk Formatief evalueren. Ook aankomend jaar blijft hier aandacht voor en is de wens dat de olievlek groter wordt en meer collega’s hun lessen formatief inrichten.
  4. Didactisch (beeld) coachen. In het afgelopen jaar is meer beroep gedaan op didactisch (beeld) coachen. Dit instrument biedt inzicht voor docenten en teams hoe en welke interacties tussen (groepen) leerlingen en de docent/ in de klas kan ontstaan. Dit instrument wordt steeds meer ingezet in het kader van begeleiding.
  5. De Meerwaarde academie. In samenwerking met HR wordt gewerkt aan De Meerwaarde academie, die bijdraagt aan de lerende organisatie.

Beleidsvorming over passend onderwijs

Begeleiding = onderwijs

In 2021 is vanuit het taakgebied 1 en 2 een heroriëntatie gestart als het gaat om begeleiding in relatie tot het onderwijs. De toename van het aantal aanmeldingen voor extra ondersteuning, zowel in de onder- en bovenbouw roept vragen op. Uit de cijfers blijkt dat een groot deel van de leerlingen een vorm van begeleiding ontvangt. Belangrijke trends zijn:

  • Een kwart van de leerlingen ontvangt begeleiding op het gebied van dyslexie.
  • Het aantal begeleidingen op het gebied van Welzijn, onder andere met AB en SMW neemt in hulpvragen toe en in complexiteit, waarbij langdurige en meervoudige betrokkenheid gewenst is.
  • Het aantal NT2-leerlingen neemt toe en doet een extra beroep op de basisondersteuning in de teams.
  • De TAM een positieve bijdrage kan geven naast de reguliere leerroute om leerlingen nabij het leerproces handvatten kan bieden.
  • Een leerling met zijn of haar zorgen te benaderen vanuit de systeemtheorie. Dit betekent dat een ondersteuningsbehoefte integraal wordt bekeken en waar nodig in samenwerking met externe partners (die veelal bij het leerling/ gezin betrokken is).

Om grip te krijgen op deze ontwikkelingen is in 2021 de stap gezet dat ‘begeleiding is onderwijs’. Dit wil zeggen begeleiding is niet een verbijzondering op het leerproces van de leerling, maar onderdeel van het leerproces. Deze visie samen met de leidende principes van De Meerwaarde draagt bij om toe te werken naar inclusiever onderwijs, waarbij ‘normaliseren’ van ondersteuning op gedrag en leren één van de beoogde resultaten is.

De uitwerking van deze visie vraagt om een herinrichting van de structuur van begeleiding, zowel in middelen als in functies. Deze visie versterkt de bestaande ontwikkelingen, zoals Goede Start, Didactisch (beeld) coachen, inclusiever onderwijs, kwaliteitsbenadering, doorlopende begeleiding (PRO-VMBO-MBO) en begeleiding nabij het leerproces van de leerling. Samen wordt er gebouwd aan de gezonde ontwikkeling van de leerlingen. Deze ontwikkeling wordt in 2022 uitgewerkt in het ‘Programma Samen anders leren kijken’.

Dit traject wordt ondersteund door een lector Windesheim Jeugd.

Expertise EBC-leden
Deze ontwikkeling vraagt van de EBC-leden en experts een andere manier van kijken en doen vanuit hun huidige rol dan wel werkwijze. In deze rol wordt van hen gevraagd om als expert een adviseur te zijn om als eerste het eigenaarschap van de docenten te versterken. Als expert wordt van hen verwacht deze ontwikkeling te vertalen naar hun eigen taak binnen het EBC. Om deze rol te kunnen vervullen is in 2021 gewerkt aan vaardigheden op het gebied van advies, onderzoek en leiderschap. Ook is er een start gemaakt om ambities en doelen te formuleren op de taakgebieden van het EBC. Deze kwaliteitsbenadering draagt bij aan de gezamenlijke schoolbrede dialoog over ‘wat vinden wij goed onderwijs’.

Extra ondersteuning door inzet van NPO

Toekenning NPO subsidie
De coronacrisis vraagt veel van iedereen in het onderwijs. De jongste generaties in ons land worden hard geraakt. Het onderwijs is geraakt, en het sociale leven veranderde drastisch en stond in de beleving van jongeren lang stil. Iedereen in het onderwijs werkt zich ondertussen een slag in de rondte. De overheid vindt dat de pijn van de pandemie extra aandacht verdient en daarom trekt deoverheid de komende tweeënhalf jaar in totaal € 8,5 miljard uit voor een Nationaal Programma Onderwijs. De Meerwaarde heeft daarvan € 1,75 miljoen (afgerond) toegekend gekregen.

De opdracht daarbij is om de NPO-gelden in de komende twee jaren te investeren in de sociaal- emotionele en cognitieve ontwikkeling van leerlingen en in het inhalen van coronavertragingen. Voorts dient de opdracht te worden ingevuld aan de hand van een menukaart van kansrijke interventies.

Stappenplan uitvoering NPO – De Meerwaarde
Om een goed beeld te krijgen welke ontwikkelbehoefte(n) de leerlingen hadden is gewerkt met onderstaand stappenplan. Het stappenplan is schoolbreed gevolgd, maar faciliteert een analyse per leerroute en leerjaar. Ouders en leerlingen zijn dan ook gericht betrokken via gesprekken vanuit de onderwijsteams door mentoren, teamleiders en waar relevant EBC. Dit stappenplan is opgevolgd en uitgewerkt in het ‘Schoolbreedplan 2021 – 2025’ | Nationaal Programma Onderwijs en operationeel vertaald in plan ‘Allocatie middelen NPO en aanverwante subsidies’. De planvorming heeft in goede samenwerking met de GMR plaatsgevonden en op 7 juli 2021 heeft de GMR daarop haar instemming gegeven.

Het stappenplan wordt uitgebeeld in onderstaand schema:

Toelichting stappen
In het Schoolbreed Plan is de schoolscan beschreven voor de verschillende leerroutes en leerjaren en daarop is vervolgens zo veel als mogelijk aansluitend op de bestaande infrastructuur van ondersteuning en begeleiding een plan van aanpak met inzet en borging van de interventies geformuleerd.

Stap 1

Om te achterhalen welke ontwikkelbehoefte(n) dan wel leervertragingen leerlingen hebben opgelopen heeft iedere teamleider die in beeld gebracht. De teamleiders waren verantwoordelijk voor het ophalen van de ontwikkelbehoefte(n), dit in overleg docenten, ouders/ verzorgers en uiteraard leerlingen.

De teamleiders maakten bij de inventarisatie gebruik van middelen, zoals de JIJ-niveautoets en instrumenten voor welbevinden/ welzijn van de leerlingen. Naast deze instrumenten is gebruik gemaakt van de bestaande overlegstructuren zoals de teamvergaderingen en het Intern Zorgoverleg.

De uitkomst van de inventarisatie sluit min of meer aan bij de eerdere inventarisatie in het kader van de Subsidieregeling IOP-2 Inhaal- en ondersteuningsprogramma’s. Uit deze inventarisatie blijkt dat ca. 10% van de leerlingen per leerroute behoefte heeft aan extra ondersteuning. Met daarbij extra aandacht voor de kernvakken, motivatie, leren leren en NT2-begeleiding.

Stap 2 -4

Interventierubrieken
Vanuit stap 1. is met EBC en onderwijsteams meermalen gesproken welke interventies passend zijn in de ontwikkelbehoefte. Dit heeft geleid tot de inzet van de volgende interventies met daarbij vermeld wat de begroting is van de interventierubriek:

Verderop in deze paragraaf wordt beschreven hoe de activiteiten per interventierubriek luiden en wordt beschreven hoe tot de genoemde begrote bedragen is gekomen. Daar wordt ook beschreven welk deel van het NPO budget in 2021 is besteed.

Beschrijving inzet NPO gelden

De interventies zijn als het ware in te delen in twee categorieën, namelijk:

  • Categorie 1. Meer inzet van meer tijd, personeel en middelen om de individuele leerwinst van de leerling te vergroten. Deze interventies zijn kortdurende en dragen bij aan directe leeropbrengsten.
  • Categorie 2. Het toewerken aan een formatieve onderwijscultuur waarin leren zichtbaar wordt gemaakt om het collectie leren van het onderwijsteam te vergroten. Dit draagt bij aan differentiatie en tutoring. Deze interventies dragen bij aan schoolcultuur als het gaat om leren en verbeteren/ innoveren van wat is goed onderwijs.

Om dit collectief (formatief) leren te bevorderen zijn de NPO-gelden ingezet op het gebied van:

  • Feedback (=interventie B5). door o.a. formatieve benadering, hetgeen ondersteund wordt door didactisch- en beeld coachen en de kwaliteitsdialoog.
  • Betrokkenheid leerling en ouders/verzorgers vergroten (=interventie B4 en F2). Het eigenaarschap van het leerproces ligt bij de leerling met zijn of haar ouders/ verzorgers. De samenhang tussen deze driehoek van leerling, ouders/verzorgers en school moet hiertoe bijdragen dat de leerling bouwt aan zijn toekomst. Het houden van structureel driehoek gesprekken, waarin gewerkt wordt aan doelen kan deze betrokkenheid vergroten met name op het gebied van metacognitie en zelfregulerend vermogen (= interventie D1).
  • Leren zichtbaar maken (=interventie B6). Het leren zichtbaar maken vergroot niet alleen het eigenaarschap van de leerling, maar ook dat begeleiding gerichter ingezet kan worden dan wel eerder gesignaleerd kan worden wanneer de zorgvraag voorliggend is op de onderwijsvraag. In dit geval betekent dat een leerling een te grote belasting geeft op het team om onderwijs te kunnen geven. Het leren zichtbaar vindt plaats via de formatieve benadering.
  • Samenwerkend leren (=interventie D1 en D2). Deze interventies worden met name gekoppeld aan het beroepsonderwijs. Uit de analyse blijkt dat er in de afgelopen twee jaar minder aandacht is geweest voor arbeidsvaardigheden en -competenties. Het is wenselijk om vanuit de beroepsprofielen (integratie LOB) om te inventariseren hoe de leerlingen versterkt kunnen worden in levensecht (buitenschool) leren en dat in verbinding te brengen met loopbaan- en reflectiegesprekken.

De samenhang van deze interventies is uitgewerkt in drie doelen:

Deze drie doelen sluiten aan bij de ontwikkeling waarin de visie op begeleiding samen één medaille is met twee verschillende kanten. Deze visie draagt bij aan versterking van de basisondersteuning in de teams en het ontwikkelen van een doorlopende begeleiding in samenhang met het leerproces van de leerling.

Specificering interventierubrieken
Onderstaand wordt per interventierubriek beschreven welke activiteiten zijn gepland en deels uitgevoerd in 2021. Per activiteit wordt een korte beschrijving gegeven en geduid in welke periode de activiteiten worden uitgevoerd.

Voor de uitvoering van de activiteiten in schooljaar 2021-2022 zijn de betreffende docenten gefaciliteerd middels tijdelijke uitbreidingen van hun contractuele werktijd. Wanneer de activiteiten zijn afgerond dan stoppen ook de tijdelijke uitbreidingen.

A2: Verlenging. extra onderwijs na school

Titel activiteit B/K per klas een uur extra begeleiding
Beschrijving plan Het onderwijsteam bepaalt specifiek voor de betreffende klas, welke extra begeleiding nodig is. Er wordt een maatwerkoplossing gemaakt. De oplossing kan variëren van extra lessen voor de gehele klas of voor een gedeelte van de klas. De variatie kan ook gevonden worden in het geven van lessen in een specifiek vak of een combinatie van een aantal vakken. In overleg met de roostermaker is dinsdag het eerste uur geen standaard rooster ingepland, zodat het team dit uur kan inzetten voor de maatwerkoplossing per klas.
Periode Schooljaar 21-22 en schooljaar 22-23 tot 1/1/23

B1: Eén op één begeleiding

Titel activiteit Klassen GT2 en GT4 – Extra tijd leerlingbegeleiders
Beschrijving plan voor GT2 en GT4 was het niet mogelijk om kleinere groepen te vormen. Daarom is gekozen voor extra tijd voor leerlingbegeleiders.
Periode Schooljaar 21-22 en 22-23

B2: Individuele instructie

Titel activiteit GT 2 en 4 – Extra tijd AVO vakdocenten
Beschrijving plan De vakdocenten voor de AVO vakken uit de teams GT2 en GT4 krijgen een extra uur gefaciliteerd om bijles te verzorgen voor die leerlingen waarvan zijn denken dat die de individuele bijles nodig hebben.
Periode Schooljaar 21-22
Titel activiteit Individueel bijles op aanvraag
Beschrijving plan Een docent wordt deels vrij geroosterd om daar waar de behoefte wordt gemeld door één van de andere docenten, in te kunnen springen. De vrij geroosterde docent zal daarop de aangemelde leerling één op één begeleiden. De subsidie “Extra Hulp in de Klas” (EHK) (zie één van de volgende paragrafen) heeft vrijwel volledige overlap met deze activiteit. Omdat een activiteit gelijktijdig slechts éénmaal aan een subsidie mag worden gekoppeld, worden de kosten in kalenderjaar 2021 aan EHK toegerekend en worden de kosten van kalenderjaar 2022 en 2023 aan NPO toegerekend.
Periode Schooljaar 21-22 en schooljaar 22-23

B3: Instructies in kleine groepen

Titel activiteit Extra NT2 lessen in de leerroute Basis/Kader
Beschrijving plan Op De Meerwaarde hebben we een groeiende groep leerlingen die Nederlands als tweede taal hebben. Deze leerlingen zijn gebaat bij extra hulp bij het leren.
De docent die wordt gefaciliteerd helpt:
– leerlingen met het uitbreiden van hun woordenschat;
– leerlingen bij vakken die lastig gevonden worden;
– leerlingen leren plannen en organiseren van huis- en leerwerk
Periode Schooljaar 21-22 en schooljaar 22-23

B5: Feedback

Titel activiteit Ontwikkelen van formatief handelen en een bijpassende kwaliteitsbenadering inclusief beter zicht op begeleiding
Beschrijving plan Op basis van een formatieve aanpak wordt een dialoog opgestart over wat we onder goede begeleiding verstaan als onderdeel van een schoolbrede ontwikkeling, daarbij worden de COVID-omstandigheden integraal meegenomen.
Periode Schooljaar 21-22 en schooljaar 22-23

B6: Beheersingsgericht leren

Titel activiteit Ontwikkeling op teamniveau – vergroten inzicht in de ontwikkeling van de leerling
Beschrijving plan Deze titel heeft als doel om de organisatie toe te rusten met hulpmiddelen zodat de brede impact van corona op de leerling in beeld kan worden gebracht en de daaropvolgende ontwikkeling van de leerling. Verdere beschrijving is gegeven in het schoolbrede plan NPO 2021-2025.

Hoofdthema’s hierin zijn:
1. de implementatie van JIJ/LVS voor het in beeld brengen van de cognitieve vaardigheden van de leerling.
2. de implementatie van de mentorfunctie van It’s learning om de praktijkvaardigheden van de leerling in beeld te brengen.

Periode Schooljaar 21-22

C1: Interventies (..) welbevinden leerlingen

Titel activiteit PrO Extra mentortijd
Beschrijving plan De mentoren van PrO worden gefaciliteerd met extra uren t.b.v. het mentoraat. Extra mentorlessen worden daarmee gefaciliteerd.
Periode Schooljaar 21-22 en schooljaar 22-23 tot 1/2/23
Titel activiteit EBC Ondersteuningscoördinator
Beschrijving plan Coördinatie van alle EBC activiteiten op het gebied van de interventies gericht op het welbevinden van leerlingen.
Periode Schooljaar 21-22 en schooljaar 22-23
Titel activiteit B/K Extra mentortijd
Beschrijving plan De 55 mentoren van B/K worden gefaciliteerd met 40 extra uren t.b.v. het mentoraat. Extra mentorlessen worden daarmee gefaciliteerd.
Periode Schooljaar 21-22 en schooljaar 22-23 tot 1/2/23

D1: Metacognitie en zelfregulerend leren

Titel activiteit Ontwikkeling begeleidingsplan
Beschrijving plan Naast een leerplan zal het begeleidingsplan de basis vormen voor het leerrouteplan. Het begeleidingsplan geeft de kaders hoe wij begeleiding op De Meerwaarde vormgeven.
Periode Schooljaar 21-22 en schooljaar 22-23
Titel activiteit Ontwikkelkosten planvorming huiskamer – gastheer/vrouw
Beschrijving plan In de huiskamer worden extra faciliteiten geboden om leerlingen op te vangen. Rondom COVID is de verwachting dat er meerdere faciliteiten en een grotere vraag ontstaat. Welke faciliteiten dat en hoe die op te pakken inclusief doorverwijzingen daar wordt in een werkgroep richting aan gegeven.
Verantwoording Formatie. Foleta. Opgenomen in EBC plan. Plan en voortgang worden afgestemd met OW-dir. Verantwoording jaarverslag.
Periode Schooljaar 21-22

D2: Samenwerkend Leren

Titel activiteit Loopbaanbegeleiding/ toekomstperspectief
Beschrijving plan Om richting te bepalen welke en op welke wijze wij invulling willen geven aan loopbaanbegeleiding, is een nieuwe expertgroep opgericht.
Daarnaast is een tweede groep opgericht om de doorlopende leerroute naar het mbo te onderzoeken en te adviseren in welke richting we de doorlopende leerroute willen ontwikkelen. Het derde onderdeel betreft de aansluiting van PO naar het VO. Hiervoor is een werkgroep samengesteld die mede bestaat uit externe medewerkers van het PO.
Periode Schooljaar 21-22 en schooljaar 22-23

E1: Klassenverkleining

Titel activiteit 5 extra klassen
Beschrijving plan Er is een extra klas geformeerd voor 1GT. Een extra klas voor 3GT. En in totaal 3 klassen voor Basis en Kader. De kleinere klassen betekenen dat de leerlingen van alle klassen van de betreffende leerlingen door de kleinere klassen méér aandacht en tijd van de docenten ontvangen.
Periode Schooljaar 21-22 (vanaf 01.01.2022) en schooljaar 22-23

E2: Onderwijsassistenten/ instructeurs

Titel activiteit Extra onderwijsassistenten
Beschrijving plan Extra inzet van onderwijsassistenten wordt gebruikt in de leslokalen. De onderwijsassistenten maken het mogelijk dat de klas in kleinere groepen kunnen werken, waardoor de docent meer begeleiding kan geven aan iedere leerling.
Periode Schooljaar 21-22 en schooljaar 22-23

F1: Interventies (…) faciliteiten en randvoorwaarden

Titel activiteit Aanvullend budget € 10 per leerling voor examenactiviteit
Beschrijving plan Ruimer dan gebruikelijke opzet van examenafsluiting om de onderlinge sociale contacten een impuls te geven. Door de Corona lockdown is dat gemist.
Periode Schooljaar 21-22

F3: Digitale technologie

Titel activiteit Project Flexibel & Wendbaar onderwijs
Beschrijving plan Het project F&W omhelst zowel de vernieuwende organisatie/inrichting van het onderwijs alsook de facilitering ervan; in dit kader de digitale facilitering. Een doelstelling van het project F&W is om iedere leerling en docent te voorzien van persoonlijke device. In de weg daar naartoe worden pilots georganiseerd waarin specifieke ICT investeringen en activiteiten bij nodig zijn. De eerste pilot is in team Z&W waar iedere docent en leerling wordt voorzien van een device. De tweede pilot is voor het vak Engels bij de leerroutes B/K en GT waar de leerlingen met een volledige digitale lesmethode werken in klas; hiervoor worden
“laptoplokalen” ingericht. Daarnaast heeft het EBC een aantal nieuwe applicaties geïntroduceerd.
Periode Schooljaar 21-22

Extra Hulp voor de klas

Titel activiteit B/K per klas) een uur extra begeleiding
Beschrijving plan Het onderwijsteam bepaalt specifiek voor de betreffende klas, welke extra begeleiding nodig is. Er wordt een maatwerkoplossing gemaakt. De oplossing kan variëren van extra lessen voor de gehele klas of voor een gedeelte van de klas. De variantie kan ook gevonden worden in het geven van lessen in een specifiek vak of een combinatie van een aantal vakken. In overleg met de roostermaker is dinsdag het eerste uur geen standaard rooster ingepland, zodat het team dit uur kan inzetten voor de maatwerkoplossing per klas.
Periode 1/8 t/m 31/12 2021
Titel activiteit Bij Zorg en Welzijn en Groen extra lessen biologie
Beschrijving plan In sept ’21 is het inzicht ontstaan, dat de combinatie van Corona en wijziging van de lestijden het effect heeft dat er onvoldoende tijd is om de voorgenomen lesstof te kunnen behandelen in de oorspronkelijk geplande lesuren. Extra lesuren zijn hierop het antwoord.
Periode Schooljaar 21-22
Titel activiteit GT 2 en 4 Extra tijd AVO vakdocenten
Beschrijving plan De vakdocenten voor de AVO vakken uit de teams GT2 en GT4 krijgen een extra uur gefaciliteerd om bijles te verzorgen voor die leerlingen waarvan zijn denken dat die de individuele bijles nodig hebben.
Periode 1/8-31/12 2021

Stap 5. Evaluatie + vervolg

De eerste resultaten van de inzet van NPO-gelden is dat er meer ruimte is om leerlingen te begeleiden in de teams. Kleinere klassen en meer ondersteunend onderwijspersoneel maakt dat minder leerlingen zijn aangemeld bij het EBC. Bij de voorlopige evaluatie geven de teamleiders dit terug, met daarbij de wens om deze middelen voor het komend jaar nogmaals in te zetten. De analyse van deze opbrengsten worden in april/ mei 2022 met elkaar geëvalueerd en bijgewerkt in de uitvoering van de NPO-gelden.

De inzet om leren meer zichtbaar te maken in school is gestart met onder andere de dialoog in de onderwijsteams over ‘wat is goed onderwijs’ als het inrichten van een kwaliteitssysteem. Op teamniveau krijgt de pilot didactisch (beeld) coachen het komend jaar een breder vervolg. Deze vorm van coaching draagt bij aan het versterken van eigenaarschap van de docent. De docent krijgt onder andere handvatten als het gaat om begeleiding voor een leerling en of de klas (klassenmanagement).

De inzet om de basisondersteuning meer zichtbaar te maken sluit aan bij de evaluatie van Goede Start. De resultaten zijn medio mei 2022 bekend.

De inzet van doorlopende leerroutes PO-PRO-VMBO-MBO is gestart door onder andere evaluaties dan wel verkenningen als het gaat om arrangementen van de Schakelklas en VMBO-Entree. De TAM zou een positieve bijdrage kunnen hebben als het gaat om een tijdelijk arrangement tijdens het leerproces van de leerling. Komend jaar wordt onderzocht of de TAM deze functie kan hebben, waarbij het mogelijk is of leerlingen die tussentijds willen doorstromen naar een andere leerroute of vanuit een extern arrangement gebruik kunnen maken van de TAM.

Extra ondersteuning door inzet van overige subsidiemiddelen

In het afgelopen jaar zijn naast NPO aanvullende subsidiemiddelen aangewend om leerlingen extra ondersteuning te geven in zijn of haar leerproces. Deze middelen zijn door de overheid ter beschikking gesteld vanwege de (aanhoudende) coronapandemie.

2020/ 2021 – Regeling Inhaal- en ondersteuningsprogramma (IOP)

Deze Subsidieregeling is een voorloper op de NPO-gelden. De school heeft tweemaal van deze regeling gebruik gemaakt, namelijk in tijdvak 2 (1 oktober 2020 – 31 december 2021) en tijdvak 5 (26 juli 2021 – 31 december 2021). Hieronder wordt in het kort een verantwoording beschreven hoe de middelen zijn benut.

IOP-2 ( 1 oktober 2020 – 31 december 2021)
Voor zowel PRO als het VMBO is een subsidie aangevraagd, toegekend en verantwoord. De aanvraag berust op een inventarisatie bij de onderwijsteams. Deze inventarisatie en het plan van aanpak is beschreven in een Plan van aanpak ‘Inhaalprogramma’.

Uit dit plan blijkt dat ongeveer 10% van de leerlingen per leerroute extra ondersteuning nodig heeft. Deze ondersteuning betrof met name extra begeleiding op de kernvakken. Deze ondersteuning is gegeven in de periode van januari 2021 tot aan de zomervakantie. De examenkandidaten en leerlingen van leerjaar 3 hebben met name een beroep gedaan op deze ondersteuning, om de tekorten in het PTA-programma te verkleinen. De leerlingen kregen hiervoor extra bijles, bijvoorbeeld door een extra blokuur in de week (klassikaal of individueel). Ook zijn er extra trainingen aangeboden, door onder andere de JES-trainers. In de uitvoering zijn zoveel mogelijk eigen vakdocenten ingezet. In een aantal gevallen is gebruik gemaakt van externe bureaus.

De ervaringen en opbrengsten zijn gebruikt bij de inventarisatie van de ontwikkelbehoefte in het kader van de NPO-gelden. Dit heeft geleid om in vervolg geen gebruik te maken van externe bureaus en meer aandacht te hebben voor welbevinden dan wel motivatie en klassenmanagement, zoals het aanbieden van de (school)structuur, het leren leren en ondersteuning op plannen en organiseren van het schoolwerk.

Voor PRO betrof de aanvraag 15 leerlingen. Resultaat: in totaal hebben 14 leerlingen een programma gevolgd van ten minste 25 uur.

Voor VMBO betrof de aanvraag 100 leerlingen. Resultaat: er hebben ten minste 100 leerlingen een programma gevolg van ten minste 25 uur. Doordat een aantal leerroutes structureel een extra uur hadden vrijgemaakt, gaf dit de mogelijkheid dat leerlingen op maat de ondersteuning konden krijgen die ze nodig hadden. Ook hebben vakdocenten in samenwerking met het Pluspunt extra bijles gegeven, examentrainingen en aandacht gegeven voor leren leren, structuur en plannen en organiseren. Voor NT2-leerlingen is extra geïnvesteerd in het aantrekken van NT2-experts, die wekelijks de leerlingen extra taal-/bijles hebben gegeven.

IOP-5 | 26 juli 2021 – 31 december 2021

De extra ondersteuning van tijdvak 2 voor de begeleiding op de kernvakken is gecontinueerd in de tweede helft van kalenderjaar 2021, omdat covid in de periode ná tijdvak 2 wederom leerachterstanden heeft doen ontstaan.

2021 – Extra hulp in de klas

Deze subsidie is ingezet op meerdere terreinen. In de basis is EHK ingezet om te borgen dat alle geplande lessen doorgang konden blijven ondanks de uitval van docenten, instructeurs en onderwijsassistenten. Er is ook ingezet om extra schoonmaakactiviteiten als preventie voor covid besmettingen en daarmee uitval van medewerkers. In de praktijk konden onze leerlingen vaak in kleinere groepen les krijgen waardoor gewerkt kon worden aan de leerachterstanden en er extra tijd beschikbaar was voor ondersteunende activiteiten op sociaal emotioneel gebied. Onderstaand het overzicht welke inzet is gedaan met EHK.

Deze subsidie overlapt wel met de doelstelling van NPO interventierubriek E1. Daarom wordt deze NPO interventie pas vanaf 1/1/2022 ingezet.

2021 – Subsidieregeling capaciteitentesten 2021-2023

Deze Subsidieregeling geeft de mogelijkheid om leerlingen in leerjaar 1 en 2 (over 2020 en 2021) een test af te nemen. In leerjaar 1 wordt bij instroom van de leerling vrijwel gelijk een test afgenomen, om als het ware het instroomniveau te kunnen vergelijken gaandeweg het onderwijsproces. Deze regeling komt hiermee tegemoet aan zowel dat basisschoolleerlingen in 2019-2020 geen eindtoets konden maken als dat door corona leervertragingen zijn ontstaan en de leerling niet op het passend niveau terecht is gekomen.

Als school is van deze regeling gebruik gemaakt met de JIJ niveautoetsen van bureau ICE. Deze toetsen vallen onder de Subsidieregeling. In oktober 2021 is de regeling aangevraagd voor:

Aantal testen 2020 Aantal testen
Leerjaar 1 412 411
Leerjaar 2 391 391
Totaal 803 802

Als school is na de eerste lockdown (september 2020) besloten om alle leerlingen van klas 1, 2 (en ook 3), te toetsen middels de JIJ niveautoets. Deze toetsen bieden inzicht op wat het niveau van de leerlingen is voor de kernvakken Nederlands, Engels en rekenen. Voor NT2-leerlingen wordt bij instroom samen met het ISK de JIJ-niveautoets voor NT2 afgenomen.

In het voorjaar van 2021 hebben alle leerlingen wederom de toetsen gemaakt. De toetsen worden tweemaal per jaar per leerjaar afgenomen. Leerlingen in leerjaar 1 worden instroom getoetst, om een inschatting te maken of de leerling op het passende niveau is ingestroomd. Leerlingen in leerjaar 1 maken dus driemaal een JIJ-niveautoets.

De Subsidieregeling versterkt middelen voor een eenmalige afname van een niveautoets per jaar. Voor deze afname is geen eigen bijdrage gevraagd van ouders/ verzorgers. De JIJ-niveautoets is inmiddels het leerlingvolgsysteem van het VMBO als het gaat om de kernvakken.

lijntje
De Meerwaarde | Jaarverslag 2021
Voor scholen van Infowijs
Privacy Policy |